Wandeling naar de Pfitscher Joch vanuit het Pfitscher Tal

Al bij het opstaan blijkt het een mooie dag te worden. Bij gebrek aan een foto vanaf ons balkon, heb ik onderweg maar (voor de zoveelste keer) een foto van Kloster Säben gemaakt, het ligt er ook zó mooi.
Klik hier voor de kaart naar de PfitscherjochWoensdag, 20-7-'05
Al bij het opstaan blijkt het een mooie dag te worden. Snel open ik de deur van onze slaapkamer naar het balkon. De lucht is strak blauw gekleurd, het zicht is voor juli goed te noemen, een pauw laat zich in de verte horen terwijl de kippen en de hond zich beneden op het erf van Johann’s broer zich vermaken op een mesthoop. Een dag bij uitstek voor de Seiser Alm.

Om 7:30 uur waag ik het erop om Kees en Anita over het doel van deze dag via een sms-je te informeren. Eerder dan verwacht komt er een antwoord: “Gaan eerst naar een garage voor een nieuwe accu en rijden dan waarschijnlijk naar Pfitscher Tal als alles meezit.”. Nu heeft ook Ans bij ons een duidelijke vinger in de 'bestemmingenpap'. Zij heeft al het nodige gelezen over dit dal en weet mij te overtuigen dat we al drie keer naar de Seiser Alm zijn geweest, dat een bezoek aan de Alm ons ook weer twee kaartjes kosten en dat het derhalve verstandiger is om een wandeling naar de Pfitscher Joch te doen. “Ok, ok, de lucht is vandaag overal blauw, dus laten we maar gaan. Maar …, als dat weggetje ook zo smal is, draai ik om of je rijdt zelf.”, laat ik onder licht protest horen en aan Ans kan ik zien dat zij weet aan welke weggetjes ik refereer. ...

Vlak naast de parkeerplaats komt dit idyllische riviertje naar beneden... Ik kies voor de snelste weg en rij tot aan Sterzing over de Brenner. Bij Sterzing hoeven slechts de bordjes naar het Pfitscher Tal (Val di Vizze) te worden gevolgd en men rijdt zo de Zillertaler Alpen in.

St. Jakob in Pfitsch (S. Giácomo: 1446m) ligt 20 km ver het dal in en is de hoofdplaats van dit afgelegen bergdal. We laten St. Jakob voor wat het is en rijden meteen door richting het enkele kilometers verderop gelegen Stein (Sasso: 1555m). In deze laatste kilometers wordt de weg almaar smaller en daarmee Ans een stuk stiller (hebben m’n woorden toch nog indruk gemaakt): de schrik zit er bij Ans goed in sinds het innige contact van onze Astra met de vangrail in de omgeving van Villanders. Na het passeren van een paar kleine, houten bruggetjes, parkeer ik de auto op een kleine parkeerplaats langs de weg net voor het laatste bordje naar Stein.2h30' naar de Pfitscherjoch, dit geldt alleen voor de snelle jongens. Vanaf de vierde haarspeldbocht hebben wij er 2 uur over gedaan.

Wij zijn niet de enige die hier de auto hebben geparkeerd. De weg naar Stein is smal en steil, maar rechts is ook een afslag naar een zandweg.

Nadat ik de omgeving (quasi) heb verkend – een man doet zoiets tenslotte voor zijn vrouw – geef ik met een ietwat teleurstellende stem aan dat ik het verstandiger vind om terug te rijden naar het begin van het dal. Nadat ik de omgeving (quasi) heb verkend – een man doet zoiets tenslotte voor zijn vrouw – geef ik met een ietwat teleurstellende stem aan dat ik het verstandiger vind om terug te rijden naar het begin van het dal. Daar heb ik een kabelbaan gezien, wellicht is dat een optie voor vandaag probeer ik voorzichtig.
Ans is zichtbaar teleurgesteld maar stemt zonder morren in. Net op dat moment komt een reddende engel, in de vorm van mijn broer Kees, in zijn 4-wiel aangedreven Subaru aanrijden. Het probleem met zijn auto zat in de accu en de klus was in een garage in Brixen sneller geklaard dan gedacht. ...

Net op dat moment komt een reddende engel, in de vorm van mijn broer Kees, in zijn 4-wiel aangedreven Subaru aanrijden. “Een eindje verderop richting Stein is een Gasthaus. Laten we daar eerst iets drinken en informeren in welke staat de weg verkeert.”, stel ik voor en hoop hiermee voor vandaag weer een goed gebaar te hebben gemaakt.
De weg verkeert in goede staat en we zouden de weg kunnen inrijden tot aan de vierde haarspeld bocht. Voor de hefbomen is ruimte om te parkeren. ... Maar helaas - voor Ans dan -, ook Kees en Anita hebben zo hun twijfels. “Een eindje verderop richting Stein is een Gasthaus. Laten we daar eerst iets drinken en informeren in welke staat de weg verkeert.”, stel ik voor en hoop hiermee voor vandaag weer een goed gebaar te hebben gemaakt. Een uiterst vriendelijke en charmante eigenaresse weet ons onder het genot van een kop cappuccino te vertellen, dat wij de zandweg onder aan de weg moeten inrijden. De weg verkeert in goede staat en we kunnen de weg inrijden tot aan de vierde haarspeld bocht. Voor de hefbomen is ruimte om te parkeren. Wel, voor een technisch wonder op vier aangedreven wielen in de vorm van een Subaru is deze weg geen probleem. Even later zitten dan ook vier glunderende vakantiegangers in dit rode wonder op wielen en worden de laatste kilometers (hobbelend) geslecht. ...
Tijdens onze wandelingen komen we vaak veel bloemen tegen. Het zijn voor ons geliefde objecten om te fotograferen.
Wie zijn ogen de kost geeft en even de moeite neemt om een foto te nemen, merkt dat dat nietige van dichtbij vaak heel mooi kan zijn.


Interval seconden

Tijdens onze wandelingen komen we vaak veel bloemen tegen. Het zijn voor ons geliefde objecten om te fotograferen.

Ook tijdens onze wandeling naar de Pfitscherjoch zagen we veel moois. Vaak loop je er aan voorbij en blijft het onopgemerkt. Toch wie zijn ogen de kost geeft en even de moeite neemt om een foto te nemen, merkt dat dat nietige van dichtbij vaak heel mooi kan zijn.

Het blijft toch een plaatje hè? Een deel van de tijd wordt doorgebracht met kletsen, we doen niet voor niets 2 uur over zo'n stukje!

... Ooit bestonden de plannen om deze weg door te trekken naar de Dominikus Hütte aan het Schlegeis stuwmeer aan de Oostenrijkse kant van de grens. Dat is echter niet doorgegaan, omdat de centrale overheid in Wenen niet met subsidie over de brug wilde komen. Zo bleef het dal een stille hoek, ideaal voor de rustzoekende wandelaar. Geoefende bergwandelaars kunnen vanaf de derde haarspeldbocht van de Pfitscher Jochstrasse een mooie maar zware klimtocht naar de onbemande Hochfeiler Hütte (2700m) maken.

Voor ons ligt het even anders. Wij volgen de Jochstrasse die met zijn maximaal 10% stijging goed te lopen zou moeten zijn, maar ook hier is de werkelijkheid anders. ...

... Kees heeft veel last van zijn knie (artrose) en ziet de bui voor de terugweg al hangen en Anita ondervindt veel hinder van haar been dat vorig jaar bij een verkeersongeluk is gebroken en gerepareerd met de nodige schroeven en platen. En ik? Ik ga er met mijn stokken – zonder mijn Ans – als een speer vandoor. Voor het eerst in de vakantie voel ik mezelf goed genoeg om deze ‘tour de force’ in een ruk af te leggen. Dit klinkt leuker en stoerder dan het in werkelijkheid was, want die speer zag er later op de videobeelden krom, zwabberend en heel wat minder snel uit dan mijn beleving van dat moment. Maar ik ben boven gekomen. De terugweg zal zoals gewoonlijk ook wel lukken. Toch? ...
Impressie van onze wandeling naar de Pfitscherjoch


Interval seconden
Boven bij de Pfitscherjoch. De grens van Italië naar Oostenrijk. ... Boven op de Pfitscher Joch, aan de grens tussen Italië en Oostenrijk staan toch wat auto’s. Tussen de auto’s staan en lopen een aantal koeien, sommige schuren zich hier lekker aan; gelukkig staat mijn Astra beneden. Het is hierboven kil en de zon verdwijnt met een regelmaat achter de wolken. We maken wat foto’s en video opnamen en even later lopen we naar het Pfitscher Joch Haus (Rifugio Passo Vizze) om iets te gebruiken. Het wordt Gemüsse Suppe mit Wurst, gevolgt door een onovertroffen Italiaanse kop cappuccino. ...
Kees parkeert zijn auto meteen bij het Gasthaus met die vriendelijke, mooie en charmante eigenaresse. En nu wil die dame ook nog een foto van ons maken, de dag kan niet meer kapot. Niet alleen Anita roept: “Dit is super!”.... Na boven nog wat rondgekeken te hebben, wordt een begin gemaakt met de terugweg. Voor Kees wordt het lastig, de pijn aan zijn knie doet hem flink kreupel lopen. Anita heeft ook last van haar been, maar al kletsend met Ans komt die wel beneden. Ans? Daar is niks mis mee: zij draagt zonder morren onze rugzak, luistert geduldig naar Anita en maakt ondertussen de nodige foto’s en video opnamen; ook die komt wel beneden. En ik zelf? Ik ga er weer als een speer vandoor, genietend van mijn vermeende snelheid. Gebruikmakend van mijn stokken en zwabberend met mijn benen loop ik diep voorover gebogen al zoekend naar de meest vlakken stukken in het wegdek - zoals water zijn weg zoekt naar het laagste punt - naar beneden. Zweetdruppels lopen van onder mijn pet over mijn gezicht. Ik zet mijn pet af, dat geeft wellicht wat verfrissing, zo beredeneer ik. Geconcentreerd loop ik verder, tot plots voor de zoveelste keer mijn voet op een klein steentje omzwikt. Ik verlies mijn balans en automatisch zwaai ik mijn linkerarm met stok naar achteren. Door het gewicht van mijn onderarm met stok, zwaait deze zo door dat ik het idee heb dat mijn elleboog breekt. Pfff, dat was schrikken. Snel herstel ik mezelf, maar de cadans is duidelijk zoek en de inspanning wordt voelbaar. Kees, en even later ook Ans en Anita, halen mij in en wat later loop ik achter die drie aan te sjokken en komen we uiteindelijk met z’n viertjes bij de Subaru aan. ...

Op het eind van de dag toch nog energie over - al is het zittend - om te poseren.De meest afgelegen gebieden herbergen vaak grote schoonheden, je moet ze alleen weten te vinden.... We rijden naar beneden en Kees parkeert zijn auto meteen bij het Gasthaus met die vriendelijke, mooie en charmante eigenaresse. We drinken wat fris, bedanken haar voor de goede aanwijzingen en zij maakt wat foto’s van ons. Wat een fijne dag. Of zoals Anita het keer op keer uitriep: “Dit is super!”.

vorige pagina /
volgende pagina

Startpagina Startpagina