Lötschental

Helaas blijft er wat sluierbewolking hangen Klik hier voor de kaart van het LötschentalDinsdag, 18 oktober ‘05
Hoewel ik ’s nachts veel last van mijn ogen heb gehad, is de nacht verder redelijk goed verlopen.

Een blik naar buiten laat een licht bewolkte hemel zien. Wat later, wanneer de zon iets hoger staat, is de bewolking wel wat weg getrokken, maar er blijft de nodige sluierbewolking achter.

Na onze dag gisteren bij de Aletschgletscher vanuit Riederalp, komen we vandaag langzaam op gang. Ans en ik overleggen wat we vandaag zullen gaan doen. Het Lötschental is nog steeds een dal waar we nog eens graag naar toe willen gaan, maar is het daar vandaag wel de juiste dag voor? Ik kijk nog eens naar buiten en ...

... terwijl mijn ogen de lucht en de overzijde van het dal afzoeken, blijven ze hangen bij Jungu. Wat mij altijd zo boeit als ik bij Magda en Tony Gruber in hun woning Nadelgrat een vakantie doorbreng? Dat is het uitzicht op de twee nederzettingen Sparru en Jungu tegenover de vakantiewoning aan de overzijde van het Mattertal. Deze twee kleine bergdorpjes zijn alleen met een kleine kabelbaan of lopend te bereiken. Een aantal keren per dag zie je vanuit St. Niklaus een cabine (in de vorm van een luciferdoosje) naar Jungu gaan of v.v. De overzijde van het Mattertal lijkt zo dichtbij, maar de hoogten waar je tegenaan kijkt maakt het moeilijk om de juiste verhoudingen goed in te schatten. Het is toch amper voor te stellen dat je in een woning op 1500m zit en weet dat een berg waar je b.v. naar kijkt hoger is dan 4000m. M.a.w. meer dan 2500m boven je uitsteekt. Snel ga ik naar buiten om nog een aantal foto’s te maken. Achteraf realiseer ik mezelf dat ik beter de foto’s in een hogere resolutie had kunnen nemen, dat was voor het maken van een goede uitsnede handiger geweest. Iets voor een volgende keer misschien? ... Twee kleine bergdorpjes Sparru en Jungu

Foto rechts: Sparru en Jungu vanaf onze vakantiewoning Nadelgrat in Rittinen.
Foto l.o.: Sparru.
Foto r.o.: Sparru in detail.

Sparru Sparru in detail
Ons kabelbaanavontuur

Wat voor de één een nachtmerrie is, is voor de ander een uitdaging. Dit overkwam ons.

De laatste dag van onze vakantie in Grächen (Zwitserland) in 1999 begon met regen. Rond 11:00uur werd het droog. Vanuit onze vakantiewoning in Rittinen hadden wij een prachtig uitzicht op het bergdorpje Jungu. Dat kleine bergdorpje op een rots aan de overzijde van het Matteral lag daar al heel lang en heel verleidelijk naar mij te lonken. Op mij had Jungu een onweerstaanbare aantrekkingskracht om er eens heen te wandelen.

Jungu is alleen te voet of met een kabelbaan te bereiken. Een aantal keren per dag zagen wij vanuit St. Niklaus de twee cabines als kleine luciferdoosjes van St. Niklaus naar Jungu en v.v. gaan. De vraag was alleen: hoe kom je in hemelsnaam te voet vanuit St. Niklaus naar boven. Er was namelijk geen wandelweg vanuit onze vakantiewoning te ontdekken. Dat de wandeling niet licht zou zijn was ons duidelijk: St. Niklaus ligt op 1100m en de eerste woningen van Jungu op 1955m.

Deze laatste dag moest het lukken, mijn doel stond vast, het moest vandaag want mijn mobiliteit gaat achteruit en ik wist niet of ik nog een kans in de komende jaren zou krijgen. De andere drie van het gezelschap hadden zoiets van: we zien wel. De wandeling naar Jungu was steil, vermoeiend omdat de zon steeds feller ging schijnen. Onderweg waren de uitzichten over het Mattertal en de omgeving overweldigend. Langs een smal bergpad ging het steeds verder omhoog. Met elke meter klimmen veranderde het uitzicht over de omgeving en werd alsmaar mooier en mooier.

Eenmaal boven, hebben de anderen gerust terwijl ik de omgeving op foto’s (helaas nog geen digitale) en video vastlegde. Het uitzicht reikte van de Monte Rosa tot aan de Aletschgletscher.

Maar nu terug. Het was nog even klimmen naar het onbemande kabelbaanstationnetje. Rond 15:00 uur zou er weer een gondel naar St. Niklaus vertrekken. We zorgden dat we op tijd aanwezig waren en precies op tijd kwam de cabine naar boven. We stapten onzeker in de 4 persoons cabine in. Een beetje onwennig en nerveus zaten wij te wachten op het vertrek toen plotseling ergens uit een luidspreker een “Aussteigen bitte!” in een onvervalst ggrchaa -dialect was te horen. Iedereen die in Wallis op vakantie is geweest en de radio of de mensen wil volgen, zal weten wat ik bedoel. Omdat de woorden niet goed tot ons doordrongen volgde in onvervalst dialect de herhaling. Ok, ok …, we gaan al! Toen we op het platform stonden ging de cabine een aantal keren enkelel meters op en neer. Vervolgens kregen wij via de luidspreker te horen dat we mochten instappen.

Langzaam ging de cabine naar beneden. We konden nu heel goed zien hoe we hadden gelopen, het pad leek vanaf hierboven ontzettend smal. Mijn zwager, die het reizen per kabelbaan niet zo ziet zitten, sprak zijn angst uit dat hij toch nooit hoefde mee te maken dat de kabelbaan boven het hoogste punt zou stilvallen.

Zijn woorden waren nog maar amper uitgesproken, toen het monotone geluid van de kabelbaan in de cabine verstomde. Slechts wat windgeruis was te horen. Vanaf St. Niklaus kwam de andere cabine omhoog (de cabines kunnen afzonderlijk van elkaar bediend worden). De andere cabine stopte net voorbij onze cabine hoog boven de gletsjerrivier Jungbach. Mijn zwager en zijn vrouw begonnen zenuwachtig te praten en vroegen zich af wat hier de bedoeling van was. Van de andere cabine gingen vervolgens de deuren open en één van de twee mannen ging in de deuropening foto’s van ons zitten te maken. Omdat het fotograferen schijnbaar niet goed ging, werd hun cabine een paar keer verplaatst en werden nog een aantal foto’s genomen. Om zijn moed nog meer te tonen, ging de goede man in staande positie uit de deuropening van de cabine hangen om vervolgens een paar foto’s omhoog richting Jungu te maken.

Mijn zwager zat met het zweet op zijn voorhoofd en sprak verontwaardigd uit dat hij nooit meer met deze kabelbaan zou reizen. Het geheel speelde zich op een paar honderd meter boven de grond af.

Hier kun je klikken voor de clip van ons avontuur.

Na het maken van wat foto's blijkt ook een groot deel van de sluierbewolking weg te trekken.

... Na het maken van wat foto's blijkt ook een groot deel van de sluierbewolking weg te trekken. Tja, zoals Ans het altijd zegt: "Je krijgt wat je verdient!". Het wordt weer een mooie dag en het maken van een keuze wordt nu iets makkelijker: het Lötschental.

Tijdens onze rit naar het Lötschental stoppen we in Steg bij de apotheek voor het kopen van oogdruppels, gelukkig hebben ze het merk Weleda. ...

De Lötschbergstrasse vanaf Steg naar Goppenstein Rivier de Lonza door Steg
... Voordat we in de auto stappen maken we eerst een foto van de Lötschbergstrasse en het riviertje de Lonza dat vanuit het Lötschental hier door Steg loopt. De Lötschbergstrasse moeten we zo dadelijk op richting Goppenstein. Het is een bochtige weg die op sommige stukken een mooi uitzicht geeft over het Rhônedal, het laatste stuk gaat door tunnels. Nadat we in de auto zijn gestapt, probeert Ans eerst wat druppels in mijn ogen te doen. Op de gebruiksaanwijzing staat dat het flesje eerst op z’n kop moet worden geschud, dat vervolgens het dopje moet worden verwijderd en uiteindelijk wat druppels in het oog druppelen door zacht op het rubberen tubetje te drukken. Mooi niet dus! Mijn Ans is niet zo handig in dit soort dingen – Ans heeft namelijk niet zo’n verfijnde motoriek -, met als resultaat dat de inhoud van het halve flesje over mijn wangen op mijn broek en de stoel loopt. Een ‘reprimande’ van mijn kant en een tweede poging van Ans (met de woorden: “… dat doe ik toch niet met opzet!”) zorgen er voor dat ik uiteindelijk toch twee welgemikte druppels in mijn ogen krijg. Nu maar afwachten of het helpt. ...

Over het Lötschental

Het Lötschental bestaat eigenlijk uit twee gedeelten: een woest, steil en stenig gedeelte tussen Gampel (634 m) in het Rhônedal en Goppenstein (1216 m), en vervolgens een bijzonder groen en vriendelijk gedeelte, omzoomd door drie- en vierduizenders, tussen Ferden (1374 m) en Fafleralp (1788 m).

Geschiedenis
De allereerste sporen van bewoning zijn afkomstig van zo'n 1000 jaar v.C. Het dal heeft altijd een bijzonder geïsoleerde ligging gehad. Pas in 1913, toen de Lötschbergspoorweg van Brig naar Bern werd geopend, kwam daar enige verandering in. De wegverbinding vanuit Gampel bestaat echter nog maar enkele tientallen jaren. Omdat het dal vroeger slechts een paar maanden per jaar bereikbaar was, hebben zich in de loop der eeuwen een aantal typische gebruiken ontwikkeld die ook nu nog in ere worden gehouden. Een voorbeeld daarvan zijn de houten maskers (Tschäggätä), die men in heel Oberwallis tegenkomt maar die oorspronkelijk uit het Lötschental afkomstig zijn. Deze maskers met een tamelijk onvriendelijk gnoomgezicht worden gedragen door jongens uit het dal, die gekleed in een schapevel op de jaarlijkse vastenavond (meestal eind februari) door de dorpen rennen om zo de geesten (én de meisjes) te laten schrikken en de winter het dal uit te jagen. De bevolking kent inderdaad nog een aantal boze geesten, zoals de Wilde Man, de Zwarte Bok en het levensgevaarlijke Lauwi-dier. Aan deze laatste worden de lawines toegeschreven.

Goppenstein
In Goppenstein verdwijnt de Lötschberg spoorwegtunnel (14,6 km) richting Bern, en rijden regelmatig de autotreinen van en naar Kandersteg in het Berner Oberland. Op de eerste verdieping van het station van Goppenstein is het bezoekerscentrum van het Alptransit-project te bezichtigen (dagelijks geopend, vrij entree). In 1998 werd na verschillende referenda het licht op groen gezet voor de bouw van twee nieuwe spoorwegtunnels (Gotthard en Lötschberg). Het zijn de grootste projecten in de Zwitserse tunnelbouwgeschiedenis. De nieuwe tunnel loopt 400 meter onder Goppenstein; de totale tunnellengte (Fruttigen-Raron) zal 35 km bedragen. Als de tunnel in 2006 in gebruik wordt genomen, zullen er vooral reizigers- en goederentreinen gebruik van maken. De reistijd Bern-Milaan zal bekort worden tot nog geen drie uur. Vrachtauto’s die Zwitserland als doorgangsland gebruiken, zullen al buiten Zwitserland op de trein gezet kunnen worden. De huidige Lötschbergtunnel zal voor autotransport in gebruik blijven. Achter het station begint een gemarkeerd wandelpad (duur: circa een uur) rondom de bouwplaats van de tunnel. Het is soms steil, goed schoeisel is absoluut noodzakelijk. Vanuit een werktunnel komt het puin uit de 400 meter lager gelegen basistunnel. Puintreinen rijden af en aan; in Raron wordt het puin verder verwerkt. Er is een koelsysteem voor het water gebouwd; bij de tunnelbouw stuit men soms op waterstromen die warmer zijn dan 50 graden. Als er bergkristal of ander kostbaar gesteente gevonden wordt, dan (zo wil de traditie in de tunnelbouw) mogen de tunnelbouwers dit zelf behouden. Voor (actuele) achtergrondinformatie over de tunnelbouw: kijk hier. Na Goppenstein verandert het landschap in het vriendelijke gedeelte van het Lötschental.

Ferden (1374 m; 350 inw.)
Ferden ligt aan het begin van het dal, net in de knik naar het noordoosten. Het is een doorsneedorp, maar zonder meer een goede verblijfplaats en uitgangspunt voor tochten en wandelingen. In Ferden wordt op tweede paasdag aan iedereen in het dorp een stukje kaas gegeven met wat brood en wijn. Dit gebruik grijpt terug op een oude legende waarin verhaald wordt dat een boze geest bezit nam van de ziel van een overleden herder, wiens levenswandel niet al te onberispelijk was geweest. 's Nachts joeg de demon het vee uit de stallen het dal in. Als de mensen van het dorp 's ochtends eindelijk hun beesten weer naar huis hadden gejaagd, was de melk intussen onbruikbaar. Om de betovering te vebreken, beloofden zij om iedere jaar de melk van twee dagen aan de armen uit te delen. Daarop vluchtte de boze geest en werd het vee weer met rust gelaten. Om het zekere maar voor het onzekere te nemen, wordt in Ferden nog steeds aan dit Spend von Ferden vastgehouden en maakt men er tegelijk een feestdag van. De Lötschenpas (2690 m), is te voet bereikbaar vanuit Ferden en werd tot het begin van de twintigste eeuw veel gebruikt voor verkeer tussen Berner-Oberland en Wallis.

Kippel (1380 m; 400 inw.)
Het volgende dorpje in het Lötschental is Kippel (1347 m). Het is de belangrijkste plaats van het dal. De witte kerk staat er in zijn huidige vorm sedert 1742. Iets minder dan 50 jaar na de bouw van de kerk hadden de Lötschentalers genoeg geld gespaard, en konden ze zich vrijkopen bij de bisschop van Sion. Kippel zou je het religieuze centrum van het dal kunnen noemen. Het kerkhof naast de kerk is mooi om zijn eenvoud: kleine houten, donkere kruizen voor de overleden volwassenen en witte op de graven van de kinderen. Op kerkelijke hoogtijdagen, waaronder Fronleichnam (Sacramentsdag, tweede donderdag na Pinksteren) is er in Kippel een feestelijke processie, waaraan wordt deelgenomen door de goddelijke grenadiers. Dorpelingen dragen dan oude grenadiersuniformen, die stammen uit de tijd dat veel Lötschentalers als huurling dienden in de legers van Frankrijk en België. Kippel heeft ook een klein museum, waar de geschiedenis en gebruiken van het volk worden getoond.

Andere dorpjes
Wiler heeft een duidelijk ander karakter dan de overige dorpen in het dal. Dat komt omdat een brand in 1909 het dorp geheel in de as legde, en de dorpelingen het vervolgens opnieuw opbouwden. Kuhmad is niet meer dan een gehucht, dat volgt na de dorpjes Ried en Blatten. Links van de weg staat een kapel uit 1655, de Maria Heimsuchung. In het interieur springt het rijk vergulde altaar uit het begin van de 18e eeuw in het oog en een stenen Mariabeeld uit het begin van de 16e eeuw. Fafleralp (1788 m) is het einde van de bewoonde wereld. Een groot, houten hotel met een ouderwets-nostalgisch interieur herinnert aan de start van het toerisme in het Lötschental in de eerste helft van deze eeuw. De self-service afdeling, opzij van het oude hotel gelegen, getuigt dat ook hier de tijd niet heeft stilgestaan. Te voet zijn vanuit Fafleralp mooie tochten te maken, zoals naar de dominerende Langgletsjer en naar de Lötschenlücke (3178 m). Hierover kan het toeristenbureau in Wiler u nader informeren.

Klik hier voor het Lötschental

... De weg door het Lötschental levert niet al te veel problemen op. Ook al is de weg op sommige stukken niet al te breed en af en toe slechts één baanvak breed, het aantal tegenliggers blijft gelukkig beperkt en uiteindelijk komen we dan ook op de parkeerplaats in Fafleralp aan.

Het grootste gedeelte van de parkeerplaats ligt nog in de schaduw, op dat stuk is het dan ook nog behoorlijk fris. Die delen van het dal die al in de zon liggen is het aangenaam. ...

Eerst maar de zon opzoeken voor het eten van wat brood
Foto rechts: de grote parkeerplaats in Fafleralp is rechts op de foto hiernaast net niet te zien. Wel is duidelijk de schaduw op de berghelling te zien tegenover de eetgelegenheid.
Langs het riviertje loop je naar de hoogweg, maar .... ... eerst zoeken we een plaatsje in de zon ...
... waar we ons brood kunnen opeten en overleggen welke richting we ingaanNadat we onze wandelschoenen hebben aangedaan, gaan we eerst op een bankje in de zon wat eten. We overleggen even welke richting we wandelen. Ans wil eigenlijk de hoogweg op. Zelf voel ik daar niet zoveel voor omdat ik het idee heb dat het eerste stuk toch wel erg steil omhoog gaat. Ik stel voor om dezelfde wandeling te lopen die wij ook in oktober 2001 samen met Corry en Gerard hebben gelopen. Om te beginnen kunnen we tot aan de Gleschertor gaan, als alles goed gaat en we nog veel tijd over hebben kunnen we over de hoogweg terug. Zoniet, dan lopen we over dezelfde weg weer terug naar de parkeerplaats. Mijn voorstel wordt geaccepteerd en even later gaan we, de zon is inmiddels in het dal, in een heerlijk zonnetje op weg verder het dal in richting Gletschertor. ...
De Gulden ganzerik Vanaf het bruggetje heb je al meteen een mooi uitzicht over het riviert de Lonza dat door het dal heen stroomt en de Langgletscher
... Van de parkeerplaats op de Fafleralp wandelen wij 200m stroomopwaarts naar Gletschertafel, hier gaan wij over de brug over de Lonza. Vanaf het bruggetje maken we wat foto's. Vanaf het bruggetje heb je al meteen een mooi uitzicht over het riviertje de Lonza dat door het dal heen stroomt en de Langgletscher. ...
Als vrouwlief een foto van je wil maken, .... .... moet je natuurlijk de tijd nemen om te poseren
De wandelweg zoals ik die nog in mijn hoofd had van oktober 2001, is toch anders dan de realiteit van oktober 2005 De wandelweg zoals ik die nog in mijn hoofd had van oktober 2001, is toch anders dan de realiteit van oktober 2005. Hoewel er niet echt veel hoeft te worden geklommen, leveren de stenen op het pad mij toch meer dan alleen de nodige hoofdbrekens op. Zwalkend manoeuvreer ik tussen de stenen door, maar geniet met volle teugen van het fijne weer en de warme herfstkleuren in dit prachtige dal.
Hier en daar staat toch nog een Voorjaarsgentiaan mooi te wezen Een voorstel van mij om als een soort waternimf op de steen (links) plaats te nemen voor een leuke foto, krijgt van Ans geen instemming
... We lopen verder langs de Lonza richting Grundsee. Een voorstel van mij om als een soort waternimf op de steen (links) plaats te nemen voor een leuke foto, krijgt van Ans geen instemming en even later trekken we dan ook weer verder richting de Gletschertor van de Langgletscher. ...
De Grundsee ligt mooi in dit landschap terwijl de bergen zich spiegelen
Het is moeilijk om aan de verleiding te weerstaan om af en toe toch even te gaan zitten, al is het maar voor het maken van foto’s

Kruipend nagelkruid

... De natuur in dit dal is zo mooi, de herfstkleuren van de lariksbossen zo warm, de stilte zo sereen, dat het moeilijk is aan de verleiding te weerstaan om af en toe toch even te gaan zitten, al is het maar voor het maken van foto’s. ...

Echter, ook dit keer is er maar één persoon met een rugzak en gelukkig draag ik die niet Ook dit jaar worden er stenen verzameld
... Genieten is ons credo. Dat was in 2001 zo en dat is nu zo. Toen moest één van de dames (nee, niet mijn Ans) zo hoognodig stenen verzamelen en was er maar één persoon met ’n rugzak. Óók dit jaar worden er stenen verzameld, dit keer wel door mijn Ans. Echter, ook dit keer is er maar één persoon met een rugzak en gelukkig draag ik die niet. ...
Hier en daar moet er een hindernis worden genomen in de vorm van een bruggetje Frans ..., wat is het mooi hier!
De vraag is: Gaan we over de hoogweg terug of draaien we om? Informatie over de flora en fauna in dit prachtige dal
De Anenhütte heeft een mooi uitzicht over de Langgletscher en het Lötschtal
... Achter in het dal, dicht bij de Gletschertor, eten we de rest van ons brood op. We beraden onszelf wat we doen: over de hoogweg of over dezelfde weg terug. ...
... Ik weet dat het deel vanaf hier naar de hoogweg een erg mooi stuk is vanwege de gekleurde bodemvegetatie, maar de vermoeidheid is te groot. Mijn herinneringen aan de wandeling in oktober 2001 spelen een grote rol bij het nemen van mijn beslissing en met een “Tja Ans, hoe graag ik het ook zou willen, het lijkt mij verstandiger om dezelfde weg terug te gaan. Die zal op zich al problemen genoeg opleveren.”, gaan we dan ook dezelfde weg terug. ... Ik weet dat het deel vanaf hier naar de hoogweg een erg mooi stuk is vanwege de gekleurde bodemvegetatie
Op de terugweg nemen we nog wat foto's van de Lonza De zon die langzaam verdwijnt achter een wolkenband doet de temperatuur snel zakken

De terugweg is lang, maar we nemen er de tijd voor. Onderweg nemen we nog wat foto’s van de Lonza, maar uiteindelijk komen we terug op de parkeerplaats bij Fafleralp. Met een “Pfff …, gelukkig we zijn er!”, plof ik neer op het bankje bij de eetgelegenheid aan de rand van de parkeerplaats waar een gezellige drukte heerst. Ans bestelt twee kommen soep. Het duurt even voordat de soep wordt gebracht. Geduldig zitten Ans en ik te wachten totdat onze soep wordt gebracht en terwijl de zon langzaam verdwijnt achter een wolkenband die boven het Rhônedal hangt, de temperatuur snel daalt, verdwijnt ook het grootste deel van de “gezellige drukte”. Maar ja, je raadt het al, uiteindelijk hebben wij onze soep en zitten we zowat als enige in de kou deze zo snel mogelijk naar binnen te werken om daarna als de wiedeweerga de warmte van onze Astra op te zoeken.

’s Avonds hoor ik Magda op de gang van onze vakantiewoning. Ik ga even informeren hoe het staat met de kaartjes van ons treinreisje Brig - Domodossola – Locarno. Jammer, de goedkope kaartjes zijn allemaal op. Wellicht iets voor een volgende vakantie. Omdat we onszelf al volledig hebben ingesteld op deze reis, vraag ik aan Magda waar ik het beste de auto kan parkeren in de omgeving van het station in Brig zodat we zelf eens kunnen informeren wat een kaartje voor deze trip kost. Morgen meer hierover.

vorige pagina /
volgende pagina

Startpagina Startpagina