Lötschental

Op de parkeerplaats in Fafleralp, neemt Ans alvast een foto van het wandelpad van waar we waarschijnlijk laat in de middag terug zullen komen.Klik hier voor de kaart naar Wiler in het LötschentalVrijdag, 22 september 2006
Ook vandaag sta ik weer extra vroeg op om aan mijn verslag te kunnen werken. Voor het opkomen van de zon is al te zien dat het een prachtige dag wordt. Hoewel de lucht nog vrij donker is gekleurd en van St. Niklaus in het Mattertal alleen de straat verlichting is te zien, steken de wit besneeuwde toppen al ver boven onze woning uit. Het is nauwelijks voorstelbaar dat wij van vanaf het balkon van onze vakantiewoning in Rittinen op een goede 1300 m tegen toppen aankijken die zo’n 3300 m (Weisshorn 4505 m) boven ons uitsteken. De weersberichten voor vandaag zijn wederom uitstekend en spreken slechts in de middag van een opkomende bewolking vanuit het westen. Kortom, werk aan de winkel: snel het verslag bijwerken en dan op pad.

In Fafleralp laat ik mijn auto achter op de parkeerplaats en rijden we met de Subaru van Kees terug naar Wiler.Wanneer de zon zijn eerste zonnestralen over de besneeuwde bergtoppen laat schijnen, is het tijd om even te stoppen met mijn verslag om eerst een foto te maken. Rond negen uur komt Anita bij ons kijken. Anita heeft zeer weinig hinder van haar arm ondervonden bij het slapen en heeft er vandaag weer veel zin in. Kijk, zo kennen we Anita weer. That’s the right spirit! Op mijn vraag of ze naar het Lötschental willen gaan, wordt door Anita meteen afgedaan met een “Dat was toch al afgesproken, van Kees heb ik niets meer gehoord!”. Oke, ik spreek af dat we zo vroeg mogelijk met twee auto´s naar het Lötschental zullen rijden.

In Wiler gaat het met een grote kabelbaankabine naar Lauchernalp. In Lauchernalp kunnen we meteen genieten van een prachtig uitzicht.Rond tien uur rijden we weg in Rittinen. Kees ondervindt wat hinder bij de afdaling naar St. Niklaus, Anita moet nog even geld pinnen in Steg, maar uiteindelijk komen we aan in het Lötschental. De bedoeling is om een wandeling over de Lötschentaler Höhenweg te maken vanaf Lauchernalp naar Fafleralp. Omdat Kees niet tegen de bus kan, rijden we eerst met twee auto´s naar Fafleralp. Daar laat ik mijn auto achter op de parkeerplaats, die zoals altijd voor de middag voor een groot deel in de schaduw ligt, en rijden we met de Subaru van Kees terug naar Wiler. In Wiler gaat het met een grote kabelbaankabine naar Lauchernalp. Helaas gaat de eerstvolgende lift pas om half twaalf naar boven. ...

Maar eerst trakteren we onszelf eerst op een cappuccino met apfelstrudel Voor de wandeling van Lauchernalp naar Fafleralp staat 2 uur en 30 minuten, voor ons wordt dat het dubbele.

... Wanneer we in Lauchernalp (2105m) uitstappen, kunnen we meteen genieten van een prachtig uitzicht. In zuidelijke richting is het boven het Rhônedal welliswaar nevelig, maar in de verte is toch de top van de Weisshorn (4505 m) te ontdekken. Maar eerst trakteren we onszelf op een cappuccino met apfelstrudel. Het lange wachten op het appelgebak, wordt door de heerlijke smaak ruimschoots vergoed. Zowel de cappuccino alsook de apfelstrudel smaken geweldig. Echter, de prijs die we voor dit lekkers moeten betalen doet mijn maag bijna keren.

Maar als je van deze weersomstandigheden en het fantastische uitzicht over dit prachtige dal niet enthousiast raakt, dan moet je een ijsberg zijn.Uiteindelijk gaan we op weg. Nou ben ik het met u eens, als u vindt dat wij snel enthousiast zijn. Maar als je van deze weersomstandigheden en het fantastische uitzicht over dit prachtige dal niet enthousiast raakt, dan moet je een ijsberg zijn. Al snel zijn we dan ook als razenden aan het fotograferen. Kees die alles wat hij ziet wil vastleggen op zijn digitale kaartjes, ligt binnen de kortste keren op zijn buik in het gras om op macrostand wat sprinkhanen en bloemen te vereeuwigen. Anita brengt op haar manier te tijd door en loopt al pratend en etend tussen ons in of zit heerlijk op een bankje of steen te genieten van de omgeving. ...

Kees die alles wat hij ziet wil vastleggen op zijn digitale kaartjes, ligt binnen de kortste keren op zijn buik in het gras om op macrostand wat sprinkhanen en bloemen vereeuwigen. Veel moeite voor een bosje Augentrost
Anita brengt op haar manier de tijd door en loopt al pratend en etend tussen ons in of zit heerlijk op een bankje of steen te genieten van de omgeving.
We genieten van het zonnetje, het water en het uitzicht. ... Staan wat de tobben bij een oversteek of ...
... hebben belangrijke zaken te bespreken op fotografisch gebied. Maar als ik dan na anderhalf uur een bordje tegen kom dat we nog maar een half uur hebben gelopen en er nog twee uur zijn te gaan, zakt m'n broek af.

Lötschental tijdens onze vakantie in oktober 2005Over het Lötschental

Het Lötschental bestaat eigenlijk uit twee gedeelten: een woest, steil en stenig gedeelte tussen Gampel (634 m) in het Rhônedal en Goppenstein (1216 m), en vervolgens een bijzonder groen en vriendelijk gedeelte, omzoomd door drie- en vierduizenders, tussen Ferden (1374 m) en Fafleralp (1788 m).

Geschiedenis
De allereerste sporen van bewoning zijn afkomstig van zo'n 1000 jaar v.C. Het dal heeft altijd een bijzonder geïsoleerde ligging gehad. Pas in 1913, toen de Lötschbergspoorweg van Brig naar Bern werd geopend, kwam daar enige verandering in. De wegverbinding vanuit Gampel bestaat echter nog maar enkele tientallen jaren. Omdat het dal vroeger slechts een paar maanden per jaar bereikbaar was, hebben zich in de loop der eeuwen een aantal typische gebruiken ontwikkeld die ook nu nog in ere worden gehouden. Een voorbeeld daarvan zijn de houten maskers (Tschäggätä), die men in heel Oberwallis tegenkomt maar die oorspronkelijk uit het Lötschental afkomstig zijn. Deze maskers met een tamelijk onvriendelijk gnoomgezicht worden gedragen door jongens uit het dal, die gekleed in een schapevel op de jaarlijkse vastenavond (meestal eind februari) door de dorpen rennen om zo de geesten (én de meisjes) te laten schrikken en de winter het dal uit te jagen. De bevolking kent inderdaad nog een aantal boze geesten, zoals de Wilde Man, de Zwarte Bok en het levensgevaarlijke Lauwi-dier. Aan deze laatste worden de lawines toegeschreven.

Lötschental tijdens onze vakantie in oktober 2005Goppenstein
In Goppenstein verdwijnt de Lötschberg spoorwegtunnel (14,6 km) richting Bern, en rijden regelmatig de autotreinen van en naar Kandersteg in het Berner Oberland. Op de eerste verdieping van het station van Goppenstein is het bezoekerscentrum van het Alptransit-project te bezichtigen (dagelijks geopend, vrij entree). In 1998 werd na verschillende referenda het licht op groen gezet voor de bouw van twee nieuwe spoorwegtunnels (Gotthard en Lötschberg). Het zijn de grootste projecten in de Zwitserse tunnelbouwgeschiedenis. De nieuwe tunnel loopt 400 meter onder Goppenstein; de totale tunnellengte (Fruttigen-Raron) zal 35 km bedragen. Als de tunnel in 2006 in gebruik wordt genomen, zullen er vooral reizigers- en goederentreinen gebruik van maken. De reistijd Bern-Milaan zal bekort worden tot nog geen drie uur. Vrachtauto’s die Zwitserland als doorgangsland gebruiken, zullen al buiten Zwitserland op de trein gezet kunnen worden. De huidige Lötschbergtunnel zal voor autotransport in gebruik blijven. Achter het station begint een gemarkeerd wandelpad (duur: circa een uur) rondom de bouwplaats van de tunnel. Het is soms steil, goed schoeisel is absoluut noodzakelijk. Vanuit een werktunnel komt het puin uit de 400 meter lager gelegen basistunnel. Puintreinen rijden af en aan; in Raron wordt het puin verder verwerkt. Er is een koelsysteem voor het water gebouwd; bij de tunnelbouw stuit men soms op waterstromen die warmer zijn dan 50 graden. Als er bergkristal of ander kostbaar gesteente gevonden wordt, dan (zo wil de traditie in de tunnelbouw) mogen de tunnelbouwers dit zelf behouden. Voor (actuele) achtergrondinformatie over de tunnelbouw: kijk hier. Na Goppenstein verandert het landschap in het vriendelijke gedeelte van het Lötschental.

Lötschental tijdens onze vakantie in oktober 2005Ferden (1374 m; 350 inw.)
Ferden ligt aan het begin van het dal, net in de knik naar het noordoosten. Het is een doorsneedorp, maar zonder meer een goede verblijfplaats en uitgangspunt voor tochten en wandelingen. In Ferden wordt op tweede paasdag aan iedereen in het dorp een stukje kaas gegeven met wat brood en wijn. Dit gebruik grijpt terug op een oude legende waarin verhaald wordt dat een boze geest bezit nam van de ziel van een overleden herder, wiens levenswandel niet al te onberispelijk was geweest. 's Nachts joeg de demon het vee uit de stallen het dal in. Als de mensen van het dorp 's ochtends eindelijk hun beesten weer naar huis hadden gejaagd, was de melk intussen onbruikbaar. Om de betovering te vebreken, beloofden zij om iedere jaar de melk van twee dagen aan de armen uit te delen. Daarop vluchtte de boze geest en werd het vee weer met rust gelaten. Om het zekere maar voor het onzekere te nemen, wordt in Ferden nog steeds aan dit Spend von Ferden vastgehouden en maakt men er tegelijk een feestdag van. De Lötschenpas (2690 m), is te voet bereikbaar vanuit Ferden en werd tot het begin van de twintigste eeuw veel gebruikt voor verkeer tussen Berner-Oberland en Wallis.

Kippel (1380 m; 400 inw.)
Het volgende dorpje in het Lötschental is Kippel (1347 m). Het is de belangrijkste plaats van het dal. De witte kerk staat er in zijn huidige vorm sedert 1742. Iets minder dan 50 jaar na de bouw van de kerk hadden de Lötschentalers genoeg geld gespaard, en konden ze zich vrijkopen bij de bisschop van Sion. Kippel zou je het religieuze centrum van het dal kunnen noemen. Het kerkhof naast de kerk is mooi om zijn eenvoud: kleine houten, donkere kruizen voor de overleden volwassenen en witte op de graven van de kinderen. Op kerkelijke hoogtijdagen, waaronder Fronleichnam (Sacramentsdag, tweede donderdag na Pinksteren) is er in Kippel een feestelijke processie, waaraan wordt deelgenomen door de goddelijke grenadiers. Dorpelingen dragen dan oude grenadiersuniformen, die stammen uit de tijd dat veel Lötschentalers als huurling dienden in de legers van Frankrijk en België. Kippel heeft ook een klein museum, waar de geschiedenis en gebruiken van het volk worden getoond.

Andere dorpjes
Wiler heeft een duidelijk ander karakter dan de overige dorpen in het dal. Dat komt omdat een brand in 1909 het dorp geheel in de as legde, en de dorpelingen het vervolgens opnieuw opbouwden. Kuhmad is niet meer dan een gehucht, dat volgt na de dorpjes Ried en Blatten. Links van de weg staat een kapel uit 1655, de Maria Heimsuchung. In het interieur springt het rijk vergulde altaar uit het begin van de 18e eeuw in het oog en een stenen Mariabeeld uit het begin van de 16e eeuw. Fafleralp (1788 m) is het einde van de bewoonde wereld. Een groot, houten hotel met een ouderwets-nostalgisch interieur herinnert aan de start van het toerisme in het Lötschental in de eerste helft van deze eeuw. De self-service afdeling, opzij van het oude hotel gelegen, getuigt dat ook hier de tijd niet heeft stilgestaan. Te voet zijn vanuit Fafleralp mooie tochten te maken, zoals naar de dominerende Langgletsjer en naar de Lötschenlücke (3178 m). Hierover kan het toeristenbureau in Wiler u nader informeren.

Klik hier voor het Lötschental

Ik begin dan maar, in voor mij een marstempo, voorop te lopen....Maar ja, we zijn zo’n anderhalf uur onderweg, en als ik dan een bordje tegenkom waarop staat dat er nog twee uur te gaan hebben, dan betekend dit, dat we in anderhalf uur nog maar een half uur loopafstand hebben afgelegd. Tju, hier moet ik verandering in brengen, anders kom ik straks in de problemen. Ik begin dan maar in een, voor mij een marstempo, voorop te lopen. Deze tactiek heb ik al eerder toegepast en werkt altijd. De rest moet wel volgen, al is het alleen maar om mij in de gaten te houden dat ik niet ergens tegen de grond kukel.

De vermoeidheid wordt voor mij voelbaar en wanneer ik een bordje tegenkom waar opstaat dat we nog anderhalf uur te gaan hebben, terwijl ik zelf het idee heb dat we al weer een uur gelopen hebben, moet ik toch even m´n broek optrekken, wil deze niet spontaan afzakken. ...

Als je zo'n plaatje tegenkomt, moet er toch weer een foto worden gemaakt.

Gelukkig heeft de weg een dalende tendens en komen we onder de bomengrens.... Gelukkig heeft de weg een dalende tendens en komen we onder de boomgrens. Had ik onderweg al een aantal hindernissen te overwinnen, de stenen die nu voor mij op de wandelweg liggen zijn ook niet mis. Wanneer plots de wandelweg zich bij een rotsblokkenpassage lijkt te splitsen en wij niet weten welke weg te volgen, gaat Kees rechtsaf en wij volgen met ons drieën de linker route. Anita ziet de bui al aankomen: “Dit is geen pad voor Frans!”. Goede raad is niet duur en Ans gebied mij haar een hand te geven. Eigenwijs als altijd sla ik het goed bedoelde aanbod af. Zelf had ik even daarvoor al opgemerkt dat het lekker gaat en dat het dan oppassen is geblazen omdat ik kort daarop doorgaans tegen de grond aankletter. ...

Goede raad hoeft niet duur te zijn, maar deze raad werd wel afgewezen met lichte averij als gevolg. De schade aan mijn fraaie hoofd is daardoor beperkt gebleven en mijn haardos niet besmeurt.
Even later worden er even vrolijk weer foto's gemaakt.... Het duurt dan ook niet lang voordat ik dit prachtige landschap van heel dichtbij mag aanschouwen. Wel trouwe lezer, er zijn twee versies van mijn valpartij. Volgens mijn beleving heeft Ans zich omgedraaid en met haar rugzak tegen mij aangeduwd hetgeen al meerdere keren deze wandeling is geschied en waarschijnlijk een einde aankondigt van onze innige relatie. Haar duw heeft mij uit mijn evenwicht gebracht met een bijna noodlottig ongeval tot gevolg. Ans zegt, dat ze minstens een aantal meters van mij was verwijderd, dat ik eigenwijs als altijd niet wilde luisteren en mijn evenwicht heb verloren. Nu is mijn Ans een betrouwbaar en rechtschapen mens, dus aan haar verhaal behoeft niet te worden getwijfeld, maar toch …
Zeg nou zelf, is dit niet een plaatje? Ik ga er derhalve maar vanuit dat Ans d’r beleving de juiste is en dat de klap bij mij iets te hard is aangekomen en derhalve een korte geheugenstoring teweeg heeft gebracht. Het feit blijft dat ik bij het overstappen naar een andere steen aan het wankelen ben geraakt. M’n Ans kon ik niet vastpakken en mijn stokken boden te weinig steun. Vervolgens ben ik van de steen afgevallen en mijn ronde vormen hebben er voor gezorgd dat ik verder naar beneden rolde totdat ik met mijn hoofd tegen een steen tot stilstand kwam. Gelukkig is mijn pet over mijn hoofd naar beneden gezakt en heeft als een soort valhelm gefungeerd. De schade aan mijn fraaie hoofd is daardoor beperkt gebleven en mijn haardos niet besmeurt. Terwijl Anita roept dat ik even moet blijven liggen, probeer ik met alle kracht weer omhoog te komen.
Aan de hand van Ans of mezelf vasthoudend aan haar rugzak, lopen we verder.Natuurlijk lukt dat niet en Anita kan met haar ene hand in het verband, als gevolg van haar eerdere val deze vakantie, niet helpen. Ans wel, zij is mijn toeverlaat in goede en slechte tijden en helpt mij op mijn knieën. Zie ik in eerste instantie alles redelijk helder, even later twijfel ik of ik mijn bril nog wel op mijn neus heb. Ik tast mijn gezicht af, maar wat ik niet voel is mijn bril. Meteen gebied ik iedereen om geen stap meer te verzetten. Zonder bril ben ik echt een hulpeloos mens, laat staan dat ik de rest van deze wandeling zonder dit optische hulpmiddel moet voortzetten. Kees wordt ook van het andere pad opgetrommeld en iedereen helpt mee mijn bril te vinden. Ik zie werkelijk geen steek, maar waarschijnlijk toch meer dat die anderen want even later zie ik, terwijl ik letterlijk met mijn neus over de grond scheer, mijn bril voor mijn knieën liggen. Wanneer ik de bril weer opzet, schieten de anderen in de lach en komen niet meer bij. Mijn bril is totaal ontwricht en staat helemaal scheef op mijn hoofd, gelukkig zijn de glazen heel en kunnen we, na een reprimande van Ans mijn richting, onze wandeling vervolgen. Ans kan het niet nalaten om mij te wijzen op mijn eigenwijs gedrag. Ik, op mijn beurt, geef aan dat ik het verslag schrijf, dat het mijn verhaal is en dat ik de buitenwereld wel zal doen geloven dat het haar schuld is; aan u de keus.

Wanneer we langs het terras van het restaurant lopen, wend ik mijn gezicht maar af.Maar het leven gaat door en onze wandeling duurt nog lang, te lang naar mijn idee. Er lijkt geen einde aan te komen. Aan de hand van Ans of mezelf vasthoudend aan haar rugzak, lopen we verder. Mijn bril zakt telkens scheef over mijn hoofd en met een oog half onder het ene glas doorkijkend en met het andere oog half over het glas, wordt het zicht er niet beter op maar het moet wel een clownesk tafereel zijn, want de anderen schieten met een regelmaat in de lach. Met een regelmaat verstap ik mezelf dan ook en ben ik blij – zelfs na 31 (+ 5) jaren - Ans vast te hebben. Het smalle pad loopt nu sterk af en tussen de bomen door zie ik een paar auto’s staan. Blij roep ik uit dat we bij Fafleralp zijn aangekomen en dat we zo snel mogelijk iets gaan drinken, groot is de teleurstelling dat we nog maar bij Tellialp zijn; de overkant van de kloof kwam me al zo onbekend voor.

We steken nog een gletsjerriviertje over, tijd om wat te rusten en een foto te maken.Wanneer we langs het terras van het restaurant lopen, wend ik mijn gezicht maar af. Stel dat deze mensen denken dat Ans … Bij de brug over het riviertje staat dat we nog één uur te gaan hebben. Voor mij betekent één uur op z’n minst anderhalf uur.

Er wordt een rustpauze ingelast, maken foto’s en even later lopen we vol goede moed verder en blijven enthousiast genieten van het uitzicht, wetende dat we vroeg of laat bij Fafleralp aankomen. De rest van de wandeling verloopt toch nog vrij snel en de tijden beginnen nu beter te kloppen. Hoe dichter bij Fafleralp, hoe meer we de tijd nemen om nog wat foto’s te maken van de leuke meertjes die we op het laatste stuk tegenkomen.

Een van de meertjes die we op het eind tegenkomen.Uiteindelijk arriveren we met ons vieren bij de parkeerplaats van Fafleralp. Bij de kleine kiosk en imbiss die op de parkeerplaats staat is het goed toeven. De wandelaars die hier nog zitten, enkele daarvan zijn ons (in betere tijden) gepasseerd, kijken mij aan. Ik zie hun denken dat ze het al hadden zien aankomen, maar het blijft bij kijken, de vragende blikken in hun ogen spreken echter boekdelen.

Omdat het al over zessen is en de imbiss snel zal sluiten, bestellen we rap voor ieder een goulashsoep. Op het moment dat ik de bestelling plaats, besef ik dat de soep hier toch wel enorm lekker moet zijn omdat we hier tot nu toe elke keer goulashsoep hebben gegeten. Of …, komt het omdat het aanbod beperkt is? Eigenlijk maakt het niet uit, de soep wordt snel klaar gemaakt en laat zich goed smaken. Terwijl de eigenaresse al aan het opruimen is, blijven wij in de ondergaande zon nog even op het terras nagenieten van onze belevenissen.

Foto impressie van onze wandeling van Lauchernalp naar Fafleralp.


Interval seconden

Helaas komt ook aan deze dag een einde. Zeker voor Kees en Anita die morgen vertrekken. Een beetje weemoedig lopen we naar onze Astra. In een rustig tempo rijd ik terug naar Wiler waar de Subaru van Kees en Anita is achtergelaten.

’s Avonds is het bij Kees en Anita nog gezellig nakaarten en foto’s kijken. Óók Magda komt nog even langs en het wordt dan al gauw later dan de bedoeling is. Kees en Anita willen de zaterdagmorgen om drie uur opstaan. Voor ons breekt morgen de laatste dag aan. Kijken dat we er nog iets leuks van kunnen maken; missen zullen we die twee.

vorige pagina /
volgende pagina

Startpagina Startpagina